Aardappelen kweken, één van de meest populaire voedingsmiddelen en die ook erg gezond zijn. Ze smaken vooral heerlijk als ze in eigen beheer worden gekweekt. Als je geen tuin of weinig ruimte hebt, kun je aardappelen in een pot op het balkon poten in plaats van in de moestuin.
Ook een hoogbed is zeer geschikt, zo kun je in slechts één vierkante meter tuinoppervlak een goede oogst behalen.
Wanneer aardappelen poten?
Het juiste moment om te poten is aangebroken als de bodemtemperatuur minimaal zeven graden is. Het bed kan ter ondersteuning worden afgedekt met tuinvlies. Zo wordt de warmte beter in de grond opgeslagen.
Voor de teelt worden speciale pootaardappelen gebruikt die verkrijgbaar zijn in speciaalzaken. Als alternatief zijn biologische aardappelen geschikt, die in tegenstelling tot conventionele producten niet zijn behandeld met een kiemremmend middel. Omdat aardappelen veel voedingsstoffen nodig hebben om te groeien, moet de grond worden verrijkt met mest. Dat doe je bij voorkeur in de herfst. Je kunt ook compost of andere organische mest in de grond opnemen bij het planten in de lente.
Vanaf eind februari de aardappelen voortrekken voor een vroege oogst.
Bij aardappelen loont het de moeite om vanaf eind februari vroege rassen zoals Rode Eersteling of Doré te gebruiken. De oogst vindt dan eerder plaats, de vatbaarheid voor ziekten neemt af en de opbrengst is hoger.
Neem bijvoorbeeld eierkarton en vul het met potgrond. Als alternatief kan ook een houten kist worden gebruikt. Plant de pootaardappelen halverwege de grond. Zet de aardappelen vervolgens 10 tot 14 dagen op een warme plaats tussen de 10 en 15 graden. Het is belangrijk dat de nieuwe aardappelen veel licht krijgen, bijvoorbeeld op de vensterbank voor een kelderraam of in de kas. Ze hebben een zanderige en voedselrijke grond nodig.
Gekiemde aardappelen poten in april.
Afhankelijk van de bodemtemperatuur kunnen de aardappelen begin april in het bed worden overgepoot. Bij mooi weer kunnen vroege rassen al in maart worden geplant. Voor vroege aardappelen is een klein teeltoppervlak aan te raden, omdat de planten en knollen vaak kleiner blijven. Aardappelen voor de winteraanvoer kunnen later worden gepoot.
Aardappelen poten, afstand en diepte.
Aardappelen mogen maar om de vier jaar op dezelfde plek in het bed groeien. Dit verkleint de kans op ziektes. Plant op een afstand van 30 tot 35 centimeter. De rijenafstand in het onkruidvrije bed moet ongeveer 70 tot 80 centimeter zijn. Met de ogen of de scheuten naar boven gericht, zitten de aardappelen zo’n tien centimeter diep in de grond.
Tip
Plant aardappelen nooit naast tomaten. Phytophthora, een schimmelziekte, kan zich van aardappelen naar tomaten verspreiden.
Een pootgreppel
Een pootgreppel is niet per se gebruikelijk in de aardappelteelt. Bij de vroege rassen is het echter aan te raden omdat de greppel nog gevuld kan worden met compost. Hierdoor krijgen de aardappelen voldoende voedingsstoffen. Als de grond na het planten al opgehoopt is, is er een groter oppervlak en kan er meer warmte van de zon worden opgeslagen. Bij een pootgreppel poot je de aardappelen overigens niet in een greppel, maar hoog je de aarde boven de aardappele op met aarde uit de greppel. De greppel kan dan met compost worden gevuld.
Uiterlijk wanneer de eerste scheuten ongeveer 20 centimeter hoog zijn, moeten aardappelen regelmatig met aarde worden opgehoopt met aarde uit de greppel. Dit voorkomt ook dat dochterknollen uit de grond groeien en door fotosynthese groen en oneetbaar worden. Zorg er bij het ophopen, ongeveer elke twee tot drie weken, voor dat je ook onkruid verwijdert.
Aardappelen kweken in een pot op het balkon
Aardappelen kunnen ook op het balkon of terras worden gekweekt, namelijk in grote tuinbakken, emmers of plantzakken. Vul hiervoor een zo hoog en groot mogelijke plastic emmer, tien centimeter hoog, met grind of geëxpandeerde klei. Het is belangrijk om gaten in de bodem te hebben zodat overtollig water kan weglopen. Daarna volgt een 15 centimeter hoge laag potgrond. Leg vier pootaardappelen op de voorbereide laag aarde. Wanneer na korte tijd, bij een gelijkmatige watertoevoer, scheuten van ongeveer tien centimeter lang zijn gegroeid, meer aarde opstapelen totdat alleen de toppen van de bladeren uitsteken.
Herhaal het proces totdat de tuinbakken, emmers of plantzakken helemaal vol zijn. Na ongeveer 100 dagen kan de oogst beginnen. Hetzelfde gelaagdheidsprincipe kan ook worden toegepast in verhoogde bedden.
Het juiste moment om te oogsten
Ongeveer drie maanden na het planten kun je beginnen met het oogsten van de aardappelen. Dan begint hun rustfase, wat tot uiting komt in de geelbruine en verdorde plantendelen boven de grond. Graaf een aardappelplant op om te testen. Als de knollen makkelijk loskomen en de schil er niet met de vingers af te wrijven is, is het tijd om te oogsten, bijvoorbeeld met een rooivork. Als je wilt, kun je de restjes van de aardappelplanten verwijderen en een andere groente telen.