Spinazie kweken in je eigen tuin. Plant, verzorg en oogst de ongecompliceerde bladgroenten met de onderstaande tips.
Waar komt deze groente vandaan?
Spinazie (Spinacia oleracea) is een smakelijke bladgroente die behoort tot de onderfamilie van de ganzenvoet en is waarschijnlijk afkomstig is uit Zuidwest-Azië. Er wordt aangenomen dat spinazie voor het eerst naar Spanje kwam in de achtste eeuw met de hulp van de Moorse veroveraars en zich van daaruit naar de rest van Europa verspreidde. Spinazie werd voor het eerst schriftelijk genoemd in de 14e eeuw in Konrad von Megenberg’s “Liber de natura rerum” (“Boek van de natuur”).
In het begin waren spitsbladige spinazievariëteiten gebruikelijk, maar deze zijn nu grotendeels vervangen door de hoogproductieve, rondbladige variëteiten, hoewel je de spitsbladige soorten soms nog wel in zaadvorm kunt kopen.
Uiterlijk en groei
Spinazie is een eenjarige bladgroente met donkergroene bladeren op dunne stelen die zich ontwikkelen vanuit een diep reikende penwortel. Spinacia oleracea vormt een dichte, rijkgroene bladrozet van gladde of gekrulde bladeren op een lichtgroene, rechtopstaande stengel. Als zogenaamde langedagplant heeft spinazie veel licht en korte perioden van duisternis nodig om te bloeien. Als gevolg hiervan lopen veel variëteiten echter het risico om midden in de zomer te bloeien vanwege de hitte en het licht. De bladgroenten groeien snel en produceren een overvloedige oogst, vooral bij koel, vochtig weer. Er zijn ongeveer 50 verschillende soorten. Sommige worden alleen in het voorjaar gekweekt, andere zoals bijvoorbeeld de winterspinazie verdragen temperaturen tot -12 graden Celsius op een beschutte plaats.
Botanisch gezien zijn er drie soorten bloemen. Vrouwelijke planten hebben groene en onopvallende bloeiwijzen, meestal bolvormig. Dergelijke planten hebben veel blad en bloeien doorgaans laat. De geelgroene bloemen van de mannelijke planten zijn iets groter, de bladeren zijn kleiner en hebben de neiging om te schieten. Veredelde soorten zoals ‘Emilia F1’, ‘Monza F1’ of ‘Toscane F1’ dragen zowel vrouwelijke als mannelijke bloemen aan een plant.
Om spinazie optimaal te laten gedijen, heeft hij humusrijke, losse grond nodig.
Spinazie kweken en bodem
Spinazie gedijt het beste op humusrijke en goed doorlatende grond, omdat hij vrij diep wortelt, ongeveer 30 centimeter. De zachte bladeren drogen snel uit, dus de grond moet altijd vochtig genoeg zijn. De bladgroenten groeien zowel in de volle zon als in de halfschaduw, maar bij een overvloedige toevoer van voedingsstoffen bestaat het risico dat de spinazie veel schadelijk nitraat in de bladeren opslaat.
Gewasrotatie en gemengde cultuur
Door de korte kweektijd is de spinazie de ideale voor- en nakweek voor andere groenten. Daarnaast zorgen de wortels die na de oogst in de grond achterblijven voor een los substraat waar andere soorten groenten uitstekend in groeien. Niet alleen aardbeien en uien, maar ook koolrabi, kool en bonen gaan goed samen met spinazie in gemengde culturen. Als het gaat om vruchtwisseling, moet worden opgemerkt dat spinazie onverenigbaar is met zichzelf en andere ganzenvoetplanten zoals snijbiet en rode biet. Er dient daarom een teeltonderbreking van vier jaar in acht te worden genomen. Te krappe gewasrotatie kan leiden tot verminderde opbrengst en ziekten zoals wortelziekte.
Spinazie zaaien
Zelfs beginners kunnen zonder problemen spinazie zaaien. Omdat spinazie geen felle zon en hitte verdraagt, omdat het anders snel schiet, bloemen draagt en een scherpe smaak heeft, moet de teelt indien mogelijk worden beperkt tot de lente- en herfstmaanden.
Lentespinazie, die minder van het oxaalzuur bevat dat verantwoordelijk is voor de zure smaak, kan van maart tot mei buiten worden gezaaid. Maak de grond goed los en hark bij het bedbereiden twee tot drie liter rijpe compost per vierkante meter ondiep in de grond. De grond moet onkruidvrij, fijn kruimelig en vochtig zijn zodat de zaden goed kunnen ontkiemen.
Omdat spinazie in het donker ontkiemt, mag spinazie niet te ondiep worden gezaaid: de zaden moeten goed bedekt zijn met aarde en worden aangedrukt.
Alleen zomerrassen die niet zo snel bloeien en in het zaad schieten mogen tussen mei en begin augustus worden gezaaid. De gunstigste zaaidatum voor de herfstoogst is in de derde tot vierde week van augustus. Voor de winterteelt kan spinazie worden gezaaid tussen half september en, in milde streken, begin oktober. Deze planten worden vervolgens geoogst van half november tot begin april. Spinazie moet niet later worden gezaaid, omdat de spinazieplanten dan niet meer goed wortel schieten en doodvriezen.
Zaai de ronde spinaziezaden dicht in 2 tot 3 cm diepe zaadgroeven met een tussenruimte van 20 tot 35 cm. De groeven worden dan gesloten en de zaden worden stevig gestampt met de voorkant van een hark. Onder een vliestunnel of onder folie zijn de plantjes voldoende beschermd tegen de kou. Bij twaalf graden Celsius ontkiemt spinazie na acht tot tien dagen. Dankzij de voorteelt kan de spinazieoogst in het voorjaar twee tot drie weken vervroegd worden.
Iedereen die spinazie in de koude bak of kas heeft gekweekt, kan de zaailingen twee tot drie weken na het zaaien op een afstand van 20 x 10 centimeter uitplanten. Afdekken met vlies is aan te raden, dit zorgt niet alleen voor een snellere groei, maar beschermt de zaailingen ook tegen het leggen van eieren door de bietenvlieg.
Spinazie heeft geen andere voedingsstoffen nodig dan de toevoeging van compost voor het zaaien. Overmatige bemesting moet je zeker vermijden, omdat bladgroenten de neiging hebben om stikstof in de vorm van nitraat op te slaan in de bladeren. 70 gram hoornmest per vierkante meter is voldoende. Totdat de zaadlobben verschijnen, moet je de grond gelijkmatig vochtig houden, ook in diepere grondlagen. Ook daarna hebben de groenten een gelijkmatige toevoer van water nodig, omdat de bladeren zeer snel verdorren als het droog is. Geef indien mogelijk ‘s ochtends water zodat de planten ‘s avonds weer zo droog mogelijk staan. Ook is het belangrijk dat je het bed regelmatig schoffelt en indien nodig met de hand het onkruid uit de rijen trekt.
Oogsten
De eerste spinaziebladeren kun je zes tot acht weken na het zaaien in fasen oogsten. In de kas of koude bak begint de oogst meestal in april, buiten vanaf mei. In het voorjaar en de zomer is het oogstvenster over het algemeen kleiner, maar het oogsttijdstip wordt uiterlijk bereikt als de eerste planten uitlopen. Over het algemeen moet spinazie worden geoogst op dagen met veel licht, idealiter ‘s middags of’ s avonds. Omdat het nitraatgehalte dan meestal lager is. Bovendien moeten de wortels tijdens de oogst in de grond blijven, omdat ze de groei van aangrenzende planten en daaropvolgende gewassen bevorderen door saponinen vrij te geven.
Omdat de bladeren snel verwelken, mag spinazie pas kort voor de bereiding worden geoogst. Verpakt in een vochtige doek kan vers geoogste spinazie twee tot drie dagen in de koelkast worden bewaard. Als je spinazie wilt invriezen, moet je eerst de bladgroenten wassen en schoonmaken, ze vervolgens ongeveer twee minuten kort in kokend water blancheren en daarna droogcentrifugeren. Ondanks dat het vaak wordt verwerkt tot diepvriesproducten, smaakt vers geoogste spinazie nog steeds het beste en heeft het een hogere concentratie aan vitamines en mineralen.
Hoewel het hoge ijzergehalte dat er vaak aan wordt toegeschreven inmiddels door wetenschappers naar beneden is gecorrigeerd, is spinazie gezond omdat het naast ijzer ook magnesium, plantaardig eiwit en B-vitamines bevat. De keuze aan spinazierecepten is enorm, je kunt het gekookt eten, in salades of als ingrediënt in smoothies.
Nog een opmerking
Het oxaalzuur dat aanwezig is in spinaziebladeren en stengels kan het calciummetabolisme verstoren. Aangezien het oxaalzuurgehalte toeneemt bij toenemend licht, is dit vooral in de zomerteelt problematisch. Blancheren en toevoegen van melk of room kan echter het oxaalzuurgehalte verlagen. Een hoog nitraatgehalte daarentegen treedt op bij gebrek aan licht en is daarom vooral een probleem in de herfst- en winterteelt.
Winterteelt
Kies voor de winterteelt rassen met een goede winterhardheid, zoals ‘Andromeda F1’. Op bijzonder koude locaties wordt spinazie voor de zekerheid bedekt met vlies of kreupelhout. Om het ontstaan van valse meeldauw bij vochtig weer te voorkomen, adviseren wij ook rassen die bijzonder robuust en resistent zijn.